Soms wordt de vraag gesteld hoe en wanneer men een boom moet snoeien. Helaas wordt deze vraag niet gesteld en wordt meer schade dan goed berokkent aan de boom. Via deze pagina bied ik u de correcte en wetenschappelijk ondersteunde informatie inzake snoeien.

Wat is snoeien?

Snoeien is, naast verpleging van een bestand, een bijkomende maatregel ter verhoging van de boomkwaliteit. Takkigheid is namelijk op diverse vlakken nadelig: zorgt voor een niet homogeen product, bemoeilijkt industri ̈ele verwerking, vermindert vastheid hout, vermindert de decoratieve waarde van fineer,… Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee verschillende snoeivormen, namelijk begeleidings- of vormsnoei (frans: tailler) en opsnoei (frans: élagage). Voor we starten met het (correct) snoeien van onze boom/bomen, is het noodzakelijk om kennis te hebben over de tak- en snoeibiologie.

Natuurlijke stamreiniging

In een bosbestand treedt ‘natuurlijke stamreiniging’ op. Wanneer de onderste takken beschaduwt worden zal de fotosynthese capaciteit danig afnemen dat deze onder het compensatiepunt komt. Er wordt vervolgens een beschermingslaag tussen levend en dood weefsel gevormd. Na voldoende verzwakking van de tak, valt hij plots of door belasting af. Het takspoor overgroeit dan door overwalling van de plek van de oude takaanhechting en finaal is enkel een litteken zichtbaar op de boom. Natuurlijke stamreiniging verloopt vlotter bij loofbomen dan naaldbomen, maar is tevens afhankelijk van de groeiplaats en herkomst van de boom.

Takaanzet en wondreacties

Takweefsel wordt steeds eerder in groeiseizoen gevormd dan stamweefsel. Dit takweefsel omsluit de takbasis en vormt een verdikte rand rond tak (i.e. takkraag). Later in groeiseizoen groeit het stamweefsel over de takkraag heen (i.e. stamkraag). Zo is aldus de tak aan de boom bevestigd via een serie van tak- en stamkragen.

Goede snoei respecteert steeds de boombiologie, er mag aldus nooit in de takkraag gezaagd worden!

Begeleidingssnoei

Deze soort van snoei is gericht op creëeren van een rechte stam. Bomen in bosverband hebben dit veelal niet nodig. Begeleidingssnoei verwijdert aldus dubbele toppen en ‘probleemtakken’ zoals zuigers of plakoksels. Loofbomen (e.g. eik) hebben dit meer nodig dan naaldbomen en er mag maximaal 20% van de levende kroon verwijderd worden per snoeibeurt!

Opsnoei

Opsnoei grijpt in van onder naar boven waarbij de onderste takken zo vroeg mogelijk verwijdert worden om snel noestvrij hout te produceren. Er dient zo snel mogelijk begonnen te worden met opsnoei. Hoe dikker de tak, hoe meer risico op beschadiging en aantasting van de boom.

Tijdstip van snoei

  • Dode takken: kunnen het hele jaar door gesnoeid worden.
  • Levende naaldboomtakken: worden beter in de winter gesnoeid om inscheuring van het cambium te voorkomen.
  • Levende loofhouttakken: vanaf juni tot en met augustus.
  • Levende takken van iep, linde, esdoorn: snoeien vanaf de boom volledig in blad staat.
  • Levende takken van populier: vanaf eind mei tot half juli om vorming van waterlot te verminderen.